Van licht kunnen we geen voorraadje aanleggen, in de zomer kunnen we niet sparen voor de winter. Licht is er wanneer de zon opkomt of
als we licht aandoen. Het oog is de lamp van ons lichaam. We worden uitgenodigd goed te kijken, waar te nemen, naar wie (of wat) we
ontmoeten op onze weg in het leven. Het licht in ons mag schijnen. De bloemschikking van vandaag met een bloembol met wortels maar
zonder aarde, nodigt ons uit af te schudden wat we niet nodig hebben. En duisternis te doen verdwijnen door het licht te brengen.